-
1 forage
n. hooi, gras, voedsel voor dieren; het zoeken naar voedsel; zoeken; roof--------v. zoeken, zoeken naar-; graven naar-; plunderen van-; aanleggen van voorraadforage1[ forridzj]————————forage2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 hunt
n. jacht, achtervolging--------v. jagen, zoekenhunt1[ hunt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 voornamelijk enkelvoud〉 jacht(partij) ⇒ 〈 Brits-Engels voornamelijk〉 vossenjacht; 〈 figuurlijk〉 speur/zoektocht♦voorbeelden:————————hunt2♦voorbeelden:1 go out hunting • op jacht/uit jagen gaanhunt after/for an address • speuren naar een adresII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 verjagen4 opjagen♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский